Monitoren
Alleen wanneer we het kind goed kennen, kunnen we de juiste leerstof aanbieden en het kind stimuleren om een volgende stap te zetten in zijn ontwikkeling. Daarom volgen we de ontwikkeling van kinderen nauwkeurig. We doen dat op verschillende manieren:
Toetsen
De mentor neemt regelmatig toetsen af. Op Het Talent worden toetsen niet afgenomen om te controleren of het kind de leerstof beheerst (wat heb je de afgelopen periode geleerd?). Wij toetsen om vast te stellen welke leerstof we moeten aanbieden (wat ga je de komende periode leren?). We toetsen dus niet achteraf, maar vooraf. Daarnaast worden er genormeerde toetsen afgenomen, vooral om vast te stellen of het beeld, wat de mentor heeft van de ontwikkeling van het kind, klopt.
Observeren en bespreken
De mentor observeert de kinderen voortdurend en bespreekt ieder kind regelmatig met collega's en met de ouders.
Kindunitbespreking
Vier keer per jaar bespreken wij alle kinderen in de zogenaamde kindunitbespreking. Hier wordt bekeken of het kind op het juiste spoor zit, wat de volgende stap is in de ontwikkeling en of het kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij de eerste kindunitbespreking wordt de informatie van de pedagogisch medewerker van het kinderdagverblijf/peutergroep meegenomen.
Portfolio
Kinderen houden een portfolio bij, waarin zij werk bewaren waar zij trots op zijn of dat tekenend is voor een bepaalde stap in hun ontwikkeling. Hier beginnen ze mee in het kinderdagverblijf of op de peutergroep. Zowel op het kinderdagverblijf/peutergroep als op school voer de mentor of de pedagogisch medewerker gesprekken met het kind. Vier keer per jaar voert de mentor portfoliogesprekken met het kind. Zo leren kinderen op hun eigen ontwikkeling te reflecteren.